4.3.4: 1830 - 1910 - Assortiment (genre/taal) en vorm van het verhandelde boek


In de tweede helft van de negentiende eeuw is er bij een stijging van de titelproductie sprake van een toenemende diversificatie en specialisatie van genres. De jaarlijks verschijnende lijsten met de nieuw verschenen werken zijn illustratief hiervoor: was het titelaanbod in de Naamlijst van Saakes van rond 1830 nog in acht categorieën onder te brengen, rond het midden van de eeuw heeft de Brinkman meer dan 25 rubrieken nodig om de jaarlijkse titelproductie in op te nemen. Deze ontwikkeling leidde tot de komst van gespecialiseerde boekhandels in taal, genre of levensbeschouwing. Zo verkocht J.T. Doorman te Amsterdam 'militaria', waren De Erven Keizer te Amsterdam gespecialiseerd in katholieke devotieboeken en verkocht F.W. van Breest Smallenburg te Sneek 'geen buitenlandsche boeken, alleen fransche en hollandsche en een weinig grieksche en latijnsche'. Boekhandel Tjeenk Willink verkocht in de jaren 1847-1849 meer dan duizend boeken per jaar, waarvan ruim de helft recente uitgaven betrof. Deze afzet laat tevens een grote verscheidenheid aan genres zien en eenderde van het verkochte goed bestond uit tijdschriften, eigen uitgaven en literaire series. In de tweede helft van de negentiende eeuw zou de productie van tijdschriften, maar ook van dagbladen, enorm gaan toenemen en zou de literaire serie uiterst populair worden met oplagen van tweeduizend tot zelfs tienduizend exemplaren.

Het aandeel niet-Nederlandstalige lectuur was groot in de negentiende eeuw: ruim 30% van de afzet in de Zwolse boekwinkels van Tjeenk Willink en van Waanders was buitenlands. De helft van deze buitenlandse werken betrof Franse titels (vooral romans), gevolgd door Duitse titels (voornamelijk studieboeken, historische en letterkundige werken). Theologische geschriften verschenen nog wel in het Latijn en de Griekse taal werd nog gebruikt in leerboeken en schooluitgaven van klassieke teksten.

Ook de vorm waarin de titels in de boekwinkel te koop werden aangeboden, veranderde in de loop van de negentiende eeuw. Veel, met name duurdere, boeken verschenen aanvankelijk in losse afleveringen. De uitgever kon daarmee goed bepalen in welke oplage hij de volgende aflevering moest laten drukken en kreeg de mogelijkheid om met de inkomsten van de eerste aflevering de volgende te financieren. Ook kon hij na slechte verkoop van de eerste afleveringen besluiten de productie van het boek stop te zetten. De verkoop in losse afleveringen maakte het tegelijkertijd voor de minder koopkrachtigen mogelijk de dure aankoop van een boek geleidelijk bij elkaar te sparen. Toen de verkoopprijs van het boek ging dalen, verdween het uitgeven in losse afleveringen; in 1895 kwamen alleen nog enkele schoolboeken en almanakken in losse afleveringen op de markt. Het papieren omslag waarmee de losse vellen drukwerk beschermd werden totdat de klant er een band naar keuze om had laten zetten, werd vervangen door een linnen uitgeversband waarop de naam van de uitgever was gestempeld. Vanaf circa 1840 werden boeken kant-en-klaar te koop aangeboden; bij boeken die in afleveringen verschenen, werd de uitgeversband, indien gewenst, bij de laatste aflevering los bijgeleverd.

Tegelijkertijd ontstond het verschijnsel om een boek in verschillende uitvoeringen op de markt te brengen: de 'volksuitgave' op goedkoop papier, met weinig witgebruik en in klein octavoformaat voor het minder kapitaalkrachtige publiek, de duurdere variant op mooier papier en met meer witgebruik in postformaat (ook wel groot octavoformaat genoemd) en als laatste de luxe-uitgave in superroyaalformaat.

De derde druk van de Max Havelaar uit 1871 is hier een voorbeeld van: de gewone uitgave kostte ƒ 2,40 (circa € 1,10) ingenaaid of ƒ 2,90 (circa € 1,30) gebonden en de uitgave in superroyaalformaat kostte ƒ 7,50 (circa € 3,40). De gewone uitgave verscheen in een oplage van vijfduizend exemplaren, van de luxe-uitgave werden slechts honderd exemplaren gedrukt.


auteur: Chantal Keijsper
 
 


Assortiment (genre/taal) en vorm van het verhandelde boek



gevergeerd papier

Definitie: geschept of (meestal) imitatie-geschept papier met fijn raster van waterlijnen.



handgeschept papier

Definitie: handmatig, met een schepvorm vervaardigd gevergeerd of ongevergeerd papier, meestal met watermerk en schepranden.



houthoudend papier

Definitie: houtstof bevattend papier met veel kleine onzuiverheden, meestal gemakkelijk te scheuren. Goedkoop, maar niet lang houdbaar.



houtvrij papier

Definitie: papier waarin geen houtstof is verwerkt, maar dat vervaardigd is uit zuivere cellulose en/of katoenen of linnen lompen. Het is mooi van kleur en lang houdbaar .



lignine-rijk papier

Definitie: soort van houthoudend papier: lignine is een bestanddeel van hout. Het zorgt voor een snelle veroudering van papier waarvan de vezelsamenstelling voor een gedeelte uit houtstof bestaat.



Lombards papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Italiaanse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.



machinaal vervaardigd papier

Definitie: papier dat is vervaardigd met behulp van een papiermachine.



opdikkend papier

Definitie: papier dat een grote dikte paart aan een relatief laag gewicht (gebruikt door uitgevers om weinig omvangrijke boeken dikker te laten lijken).



zuurvrij papier

Definitie: papier met een neutrale pH-waarde (ongeveer pH 7), veelal gebruikt voor conservering en restauratie.



papier

Definitie: algemene term voor een materiaal, geproduceerd in de vorm van rollen of vellen, gevormd door de ontwatering van een suspensie van plantaardige vezels (lompen, stro, hout e.d.) op een zeef en meestal na lijming gebruikt om op te schrijven, te tekenen ofte drukken; de benaming 'papier' wordt gebruikt bij een gewicht tot circa 165 g/m², 'karton' of 'bord' bij een hoger gewicht .



permanent papier

Definitie: alkalisch papier dat qua samenstelling en fysische eigenschappen voldoet aan internationaal vastgelegde normen waardoor een houdbaarheid van minimaal 150 jaar is gewaarborgd.



Troys papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Franse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.