|
|||||||||||||||||||||
|
4.3.4: 1830 - 1910 - Assortiment (genre/taal) en vorm van het verhandelde boekIn de tweede helft van de negentiende eeuw is er bij een stijging van de titelproductie sprake van een toenemende diversificatie en specialisatie van genres. De jaarlijks verschijnende lijsten met de nieuw verschenen werken zijn illustratief hiervoor: was het titelaanbod in de Naamlijst van Saakes van rond 1830 nog in acht categorieën onder te brengen, rond het midden van de eeuw heeft de Brinkman meer dan 25 rubrieken nodig om de jaarlijkse titelproductie in op te nemen. Deze ontwikkeling leidde tot de komst van gespecialiseerde boekhandels in taal, genre of levensbeschouwing. Zo verkocht Het aandeel niet-Nederlandstalige lectuur was groot in de negentiende eeuw: ruim 30% van de afzet in de Zwolse boekwinkels van Tjeenk Willink en van Ook de vorm waarin de titels in de boekwinkel te koop werden aangeboden, veranderde in de loop van de negentiende eeuw. Veel, met name duurdere, boeken verschenen aanvankelijk in losse afleveringen. De uitgever kon daarmee goed bepalen in welke oplage hij de volgende aflevering moest laten drukken en kreeg de mogelijkheid om met de inkomsten van de eerste aflevering de volgende te financieren. Ook kon hij na slechte verkoop van de eerste afleveringen besluiten de productie van het boek stop te zetten. De verkoop in losse afleveringen maakte het tegelijkertijd voor de minder koopkrachtigen mogelijk de dure aankoop van een boek geleidelijk bij elkaar te sparen. Toen de verkoopprijs van het boek ging dalen, verdween het uitgeven in losse afleveringen; in 1895 kwamen alleen nog enkele schoolboeken en almanakken in losse afleveringen op de markt. Het papieren omslag waarmee de losse vellen drukwerk beschermd werden totdat de klant er een band naar keuze om had laten zetten, werd vervangen door een linnen uitgeversband waarop de naam van de uitgever was gestempeld. Vanaf circa 1840 werden boeken kant-en-klaar te koop aangeboden; bij boeken die in afleveringen verschenen, werd de uitgeversband, indien gewenst, bij de laatste aflevering los bijgeleverd. Tegelijkertijd ontstond het verschijnsel om een boek in verschillende uitvoeringen op de markt te brengen: de 'volksuitgave' op goedkoop papier, met weinig witgebruik en in klein octavoformaat voor het minder kapitaalkrachtige publiek, de duurdere variant op mooier papier en met meer witgebruik in postformaat (ook wel groot octavoformaat genoemd) en als laatste de luxe-uitgave in superroyaalformaat. De derde druk van de Max Havelaar uit 1871 is hier een voorbeeld van: de gewone uitgave kostte ƒ 2,40 (circa € 1,10) ingenaaid of ƒ 2,90 (circa € 1,30) gebonden en de uitgave in superroyaalformaat kostte ƒ 7,50 (circa € 3,40). De gewone uitgave verscheen in een oplage van vijfduizend exemplaren, van de luxe-uitgave werden slechts honderd exemplaren gedrukt. auteur: Chantal Keijsper |
||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|