|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3.3.4: 1725 - 1830 - Assortiment (genre/taal) en vorm van het verhandelde boekOp 1 januari 1790 begon De samenstelling van het assortiment wijzigde in deze periode. De achttiende eeuw is de eeuw van de opkomst van nieuwe categorieën als de (zedenkundige) roman, het kinderboek en het tijdschrift. Allemaal nieuwe soorten lectuur, waarvan echter vaak slechts enkele titels echt op grote schaal verkocht werden. Uit onderzoek blijkt hoe bijvoorbeeld de tijdschriften zo algemeen mogelijk van karakter moesten zijn, wilden ze een overlevingskans hebben. Die overlevingskans was toch al klein: de meerderheid van de nieuw uitgebrachte tijdschrifttitels bleek een eendagsvlieg te zijn. Voor boeken geldt dat er inderdaad nieuwe categorieën titels op de markt kwamen, maar het overgrote deel van de koopwaar bleef toch religieus van aard. Onderzoek wees wel uit dat ook het religieuze deel van het corpus steeds gevarieerder werd. In plaats van vooral bijbels, psalmboeken en gezangboeken en catechismussen, circuleerden er ook steeds meer andere soorten stichtelijke lectuur, zoals prekenbundels. Sommige dominees waren echte 'bestsellende' auteurs. Ook is gebleken dat boekhandelaars voor een substantieel deel van hun omzet afhankelijk waren van schrijfwaren en vaak ter plaatse uitgegeven werkjes van lokaal belang. Naast het assortiment dat verkocht werd, was er een leen- en leesgezelschappen-assortiment. Vooral romans en reisbeschrijvingen vonden misschien vaker via bibliotheken en leesgezelschappen dan via de boekhandel hun weg naar de lezers. Zoals aan het eind van de twintigste eeuw veel geklaagd werd over de alomtegenwoordigheid van het Engels, zo klaagde men in de achttiende eeuw over de invloed van de Franse taal. De achttiende eeuw staat bekend als de periode van de verfransing. Onder de elite zou het Frans niet alleen als spreektaal in de mode gekomen zijn, maar er zouden ook veel Franstalige boeken gelezen zijn. Ook neemt men aan dat het Latijn als universele geleerdentaal langzaam maar zeker door het Frans vervangen is. Het onderzoek naar consumptie heeft uitgewezen dat het met de verfransing wellicht wel meeviel. Zelfs in het kosmopolitische Den Haag bleken Franse boeken alleen in de boekenkasten van een kleine elitaire minderheid te vinden. Wel nam het aandeel van de Latijnse boeken inderdaad af. Deze hadden bovendien een eigen specifiek distributiekanaal. Veel Latijnse werken in Haagse boedelinventarissen bleken dan ook in het buitenland uitgegeven te zijn. Daarnaast klaagden tijdgenoten vaak over het gemis aan oorspronkelijk Hollandse teksten: 'niet dan Vertaalingen overkroppen ons'. Wat het aandeel van vertaalde werken precies was, zal de komende jaren hopelijk duidelijk worden als de resultaten van nieuw gestart onderzoek naar de samenstelling van het binnenlandse aanbod beschikbaar komen. Ook de formaten veranderden. Van de oude, eerbiedwaardige folianten werden er al in de zeventiende eeuw steeds minder geproduceerd. In de achttiende eeuw waren de octavo's en kleinere formaten ver in de meerderheid, al bleven sommige uitgevers, zoals Ook andere boekhandelaars begonnen zich meer te specialiseren. Voorbeeld daarvan is de Haagse uitgever-boekhandelaar auteur: J. de Kruif |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|