3.1.3: 1725 - 1830 - Papier (incl. productie, watermerken, papierhandel)


In de loop van de achttiende eeuw werd het aandeel van het Nederlandse product in de vaderlandse papiermarkt steeds groter. De import van Frans papier liep om diverse redenen terug. Het feit dat de Hollandse belangen in de Franse papierindustrie aan het eind van de zeventiende eeuw grotendeels beëindigd waren, zal zeker van invloed zijn geweest.

Even belangrijk was waarschijnlijk de verandering in kwaliteit. Het werd in Frankrijk gewoonte de lompen langer te laten rotten alvorens ze tot vezels te verwerken. Dat vereenvoudigde weliswaar het productieproces, maar het ging ten koste van de sterkte van het papier. Het Nederlandse papier stond daarentegen kwalitatief hoog aangeschreven, niet in de laatste plaats vanwege de uitstekende lijming. Het werd ook in grote hoeveelheden geëxporteerd. Uit Frankrijk werd veel papier van matige kwaliteit geïmporteerd voor de productie van goedkoop drukwerk.

Evenals in de zeventiende eeuw werd de naam van de factor en/of papierfabrikeur dikwijls met de initialen aangeduid in het watermerk of apart als contramerk. In sommige gevallen biedt de vermelding van de gegevens op de verpakking van een riem papier (als regel 500 vel), de zogenaamde 'riemkap', meer informatie. Ook werd nu regelmatig de volledige naam van de papierfabrikeur in het watermerk of contramerk vermeld. Later in de achttiende eeuw verschenen eveneens volledige handelaarsnamen als watermerk of contramerk.

Er werd gedurende de gehele achttiende eeuw gezocht naar methodes om met goedkopere grondstoffen te werken of het papier op andere wijze aantrekkelijk te maken. Vanaf circa 1690 werd met een iets wijdere zeefstructuur met dikkere koperdraden gewerkt. Deze waarschijnlijk Hollandse vinding versnelde het productieproces. Later in de achttiende eeuw werd geëxperimenteerd met de toevoeging van blauwsel om een iets koelere en ogenschijnlijk frissere tint aan het papier te geven. De papierfabrikeurs Honig hebben er mooie resultaten mee bereikt.

De belangrijkste verandering was de uitvinding van de geweven koperzeef, waarop papier werd geschept zonder het oude patroon van kettinglijnen en waterlijnen. Het eerste papier volgens die nieuwe uitvinding staat op naam van de beroemde Engelse fabrikeur James Whatman. Volgens een oud verhaal zou hij op verzoek van en in samenwerking met de letterontwerper en drukker John Baskerville een gladder en regelmatiger papier hebben ontwikkeld, waarop de fijne lettervoeten van Baskervilles nieuwe letter beter tot hun recht kwamen. Hoewel de vondst van de veranderde schepzeef al in 1756 zou zijn gedaan, kreeg dit 'velijnpapier' pas aan het eind van de achttiende eeuw vaste voet aan de grond. De Zaanse fabrikeur Jan Kool ging rond 1806, mede gefinancierd door collega's, als knecht bij Whatman werken om het geheim van het velijn te ontdekken. Vanaf 1807 werd dit type papier vervolgens ook in Nederland geproduceerd.

Gedurende de tweede helft van de achttiende eeuw is het Nederlandse papier een belangrijk en kwalitatief hoogstaand exportartikel geweest. De voornaamste producenten waren de families Blauw, Honig, Van der Ley en Van Gerrevinck. De late introductie van velijnpapier is echter een eerste indicatie dat de Nederlandse papierindustrie haar machtige positie binnen Europa begon te verliezen. Het zoeken naar machinale methodes om papier te vervaardigen resulteerde in 1799 in een machine waarop de Fransman Nicolas-Louis Robert een patent verwierf. In 1801 werd op een vergelijkbaar ontwerp in Engeland patent verworven door John Gamble. Vooral na de verbeteringen die door Henry Fourdrinier werden aangebracht, begon deze nieuwe machine aan haar zegetocht om in enige tientallen jaren de handschepperij vrijwel volledig van de kaart te vegen. Evenals bij de productie van velijnpapier reageerde de Nederlandse industrie een beetje traag op de industriële ontwikkelingen. Het gevolg was dat ze de eerste plaats in Europa uiteindelijk verloor.


auteur: Th. Laurentius
 
 


Papier (incl. productie, watermerken, papierhandel)



gevergeerd papier

Definitie: geschept of (meestal) imitatie-geschept papier met fijn raster van waterlijnen.



handgeschept papier

Definitie: handmatig, met een schepvorm vervaardigd gevergeerd of ongevergeerd papier, meestal met watermerk en schepranden.



houthoudend papier

Definitie: houtstof bevattend papier met veel kleine onzuiverheden, meestal gemakkelijk te scheuren. Goedkoop, maar niet lang houdbaar.



houtvrij papier

Definitie: papier waarin geen houtstof is verwerkt, maar dat vervaardigd is uit zuivere cellulose en/of katoenen of linnen lompen. Het is mooi van kleur en lang houdbaar .



lignine-rijk papier

Definitie: soort van houthoudend papier: lignine is een bestanddeel van hout. Het zorgt voor een snelle veroudering van papier waarvan de vezelsamenstelling voor een gedeelte uit houtstof bestaat.



Lombards papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Italiaanse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.



machinaal vervaardigd papier

Definitie: papier dat is vervaardigd met behulp van een papiermachine.



opdikkend papier

Definitie: papier dat een grote dikte paart aan een relatief laag gewicht (gebruikt door uitgevers om weinig omvangrijke boeken dikker te laten lijken).



zuurvrij papier

Definitie: papier met een neutrale pH-waarde (ongeveer pH 7), veelal gebruikt voor conservering en restauratie.



papier

Definitie: algemene term voor een materiaal, geproduceerd in de vorm van rollen of vellen, gevormd door de ontwatering van een suspensie van plantaardige vezels (lompen, stro, hout e.d.) op een zeef en meestal na lijming gebruikt om op te schrijven, te tekenen ofte drukken; de benaming 'papier' wordt gebruikt bij een gewicht tot circa 165 g/m², 'karton' of 'bord' bij een hoger gewicht .



permanent papier

Definitie: alkalisch papier dat qua samenstelling en fysische eigenschappen voldoet aan internationaal vastgelegde normen waardoor een houdbaarheid van minimaal 150 jaar is gewaarborgd.



Troys papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Franse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.