5.1.6: 1910 - heden - Boekband (incl.boekbinderijen)


De industriële uitgeversband bestendigde in deze periode de sterke positie die hij al in de vorige eeuw gekregen had. De mechanisatie zette steeds verder door. Werden aan het begin van de eeuw de processen nog afzonderlijke verricht, na de Tweede Wereldoorlog werden geleidelijk de bindstraten ontwikkeld waar de losse katernen en materialen aan de ene kant ingaan en de voltooide boeken aan de andere kant uitkomen. De industriële boekband verkreeg daarmee een hoge gemiddelde graad van perfectie. Met het opkomen van sterke lijmen, werden de boeken vaak niet meer genaaid; nadat de katernen op de rug afgesneden waren, werden de losse vellen door lijming in een omslag geplakt, zoals bij de pocket.

Na de Nieuwe Kunst volgt in de jaren twintig de Art Deco, waarbij de banden steeds meer lineair van ontwerp werden. Het ontwerp kwam in handen van de vormgever van het boek of de illustrator. Maar de behoefte van de uitgever om zijn boeken in de winkel middels de band te laten opvallen, zorgde bij bepaalde genres en series boeken voor uitbundigheid. Terwijl de band voor de Tweede Wereldoorlog vooral in linnen en papier was uitgevoerd, kwamen er daarna andere materialen bij, waaronder ook kunststoffen, die nieuwe mogelijkheden tot versiering boden.

De handboekband maakte in de twintigste eeuw een totaal andere ontwikkeling door. Het begin van de eeuw kende een relatieve bloei, die zich tot in de jaren twintig doorzette. Van de institutionele opleidingen voor het handboekbinden die toen bestonden - het was met de vroegere opleidingen binnen de bedrijven zo goed als gedaan - moet vooral de Dagteeken- en Kunstambachtschool voor meisjes in Amsterdam genoemd worden, door fusie in 1923/1924 Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs geworden, met als belangrijkste leerkracht Johan B. Smits, die het Instituut tot 1939 leidde. Het werk van zijn leerlingen werd gekenmerkt door het gebruik van kleine geometrische stempels, die wisselend afgedrukt aldoor een ander beeld konden opleveren. Deze stempels leerden zijn leerlingen, vooral vrouwen, zelf te snijden. Terwijl in enkele grote firma's nog mannen als Dirk N. Esveld (1877-1960), in anonimiteit handboekbanden maakten, waren het in toenemende mate vrouwen die het vak droegen, mede omdat zij geen gezinnen behoefden te onderhouden. Het aantal verzamelaars dat in Nederland luxebanden liet maken, liep terug. Vele bindsters die in de jaren twintig als veelbelovend naar voren kwamen, hadden in de jaren dertig al nauwelijks werk meer.

Met de economische crisis begon een langdurige periode van terugval, die zich eigenlijk tot de jaren zeventig voortzette. Tot de weinigen die het vak in die tijd droegen, behoorden met name Elisabeth Menalda (1895-1997) en Dieuwke Kollewijn (geboren 1918). In de jaren zeventig is een herleving van het handboekbinden op gang gekomen. Enerzijds steeg door een gunstiger economisch klimaat de vraag naar met de hand gemaakte banden voor bijzondere projecten én naar restauratie van oude boeken. Anderzijds heeft het hobbyisme dat tot zeer professionele resultaten kon leiden, een gunstige invloed op het handboekbinden gehad. Nederland kende rond het jaar 2000 weer enkele handboekbinders, die het vak puur beroepsmatig konden uitoefenen. De belangrijkste binder van de jaren zeventig en tachtig was Janos A. Szirmai (geboren 1925), die enkele internationaal belangrijke prijzen won.


auteur: Jan Storm van Leeuwen
 
 


Boekband (incl.boekbinderijen)



gevergeerd papier

Definitie: geschept of (meestal) imitatie-geschept papier met fijn raster van waterlijnen.



handgeschept papier

Definitie: handmatig, met een schepvorm vervaardigd gevergeerd of ongevergeerd papier, meestal met watermerk en schepranden.



houthoudend papier

Definitie: houtstof bevattend papier met veel kleine onzuiverheden, meestal gemakkelijk te scheuren. Goedkoop, maar niet lang houdbaar.



houtvrij papier

Definitie: papier waarin geen houtstof is verwerkt, maar dat vervaardigd is uit zuivere cellulose en/of katoenen of linnen lompen. Het is mooi van kleur en lang houdbaar .



lignine-rijk papier

Definitie: soort van houthoudend papier: lignine is een bestanddeel van hout. Het zorgt voor een snelle veroudering van papier waarvan de vezelsamenstelling voor een gedeelte uit houtstof bestaat.



Lombards papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Italiaanse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.



machinaal vervaardigd papier

Definitie: papier dat is vervaardigd met behulp van een papiermachine.



opdikkend papier

Definitie: papier dat een grote dikte paart aan een relatief laag gewicht (gebruikt door uitgevers om weinig omvangrijke boeken dikker te laten lijken).



zuurvrij papier

Definitie: papier met een neutrale pH-waarde (ongeveer pH 7), veelal gebruikt voor conservering en restauratie.



papier

Definitie: algemene term voor een materiaal, geproduceerd in de vorm van rollen of vellen, gevormd door de ontwatering van een suspensie van plantaardige vezels (lompen, stro, hout e.d.) op een zeef en meestal na lijming gebruikt om op te schrijven, te tekenen ofte drukken; de benaming 'papier' wordt gebruikt bij een gewicht tot circa 165 g/m², 'karton' of 'bord' bij een hoger gewicht .



permanent papier

Definitie: alkalisch papier dat qua samenstelling en fysische eigenschappen voldoet aan internationaal vastgelegde normen waardoor een houdbaarheid van minimaal 150 jaar is gewaarborgd.



Troys papier

Definitie: benaming voor geïmporteerd papier van Franse herkomst, gangbaar tot het einde van de 17e eeuw.