|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
4.4.6: 1830 - 1910 - Particuliere bibliotheken (bibliofilie)In vergelijking met de voorafgaande periode waren de particuliere bibliotheken doorgaans minder breed en universeel. Dit hing samen met een veranderd kennis- en verzamelideaal, de toename van het wetenschappelijk en overig boekenaanbod, en de groeiende betekenis van institutionele bibliotheken (Koninklijke Bibliotheek, universiteitsbibliotheken, bibliotheken van steden, verenigingen en genootschappen). In de humaniorabibliotheek namen de Grieks-Romeinse klassieken, de bijbel en de kerkvaders een centrale plaats in, in de vorm van handschriften, eerste drukken en goede edities met commentaar. Dit ideaal moest geleidelijk wijken voor een minder statisch en uniform bibliotheektype waarin dikwijls de literatuur in moderne talen (zoals de vaderlandse letterkunde en geschiedenis) een belangrijke rol speelde. Daarmee verloor het Latijn zijn positie als belangrijkste taal ten gunste van de volkstaal: het Nederlands werd de eerste taal, met daarnaast het Frans, het Duits en later het Engels. Dit betekende ook dat meer dan voorheen de boeken uit Nederland (of de Nederlanden) afkomstig waren. Naast vakbibliotheken van beroepsbeoefenaren (zoals van de medicus De meest curieuze verzameling van deze periode is wellicht die van de Haagse baron Onze kennis van het particulier boekenbezit in deze periode berust in hoofdzaak op enkele bibliotheekcatalogi of bestandscatalogi en op de talrijke veilingcatalogi die in de regel na het overlijden van de bezitter werden opgemaakt. Onderzoek is vooral verricht naar particuliere verzamelingen die geheel of gedeeltelijk in institutionele bibliotheken zijn opgenomen. Over het boekenbezit van minder draagkrachtigen is nog weinig bekend. Duidelijk is wel, dat het in de tweede helft van de negentiende eeuw door toenemende alfabetisering en door daling van de boekenprijzen, in principe voor steeds meer mensen mogelijk werd een eigen, bescheiden bibliotheekje op te bouwen. De in 1905 door auteur: Jos van Heel |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|