|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3.2.5: 1725 - 1830 - SamenwerkingDe achttiende-eeuwse boekhandel kende talloze vormen van samenwerking waarbij familiebetrekkingen vaak een belangrijke rol speelden al nam het belang daarvan af naarmate de eeuw vorderde. Dat gold bijvoorbeeld voor de Amsterdamse compagnie voor kerkgoed. Het bijeenbrengen van het benodigde kapitaal, spreiding van het risico en het creëren van optimale distributiemogelijkheden lagen ten grondslag aan de compagnieën die zich bezighielden met langlopende, kapitaalintensieve uitgaven, zoals encyclopedieën. Meestal waren hierbij boekverkopers uit meerdere steden betrokken, ook wel in het buitenland. In de loop van de achttiende eeuw werden echter ook steeds meer kleinere publicaties in compagnie uitgegeven. Soms ad hoc, soms in min of meer langdurige samenwerking voor bepaalde soorten publicaties. Samenwerking tussen uitgevers betrof ook vaak de distributie van elkaars publicaties. Bestrijding van nadruk was een andere aanleiding voor samenwerking. Een compagnie opgezet met het doel boeken van nadrukkers na te drukken, werd in 1710 in Amsterdam gevormd. Al spoedig echter bracht deze compagnie nadrukken van Franse uitgevers op de markt, merendeels bestemd voor buitenlandse markten. Voor de uitgave van Franstalige werken, in het bijzonder romans, in origineel zowel als in nadruk, werkte een groep Amsterdamse en Haagse boekverkopers in wisselende samenstelling regelmatig met elkaar in compagnie. Van geheel andere aard waren de samenwerkingsverbanden die vanaf de late jaren dertig fondsartikelen met het recht van kopij opkochten, meestal op boekhandelsveilingen. Soms betrof dat onvoltooide dure series die door de compagnie werden vervolgd of belangrijke werken waarvan men gezamenlijk een nieuwe uitgave oplegde. Vaker ging het om verouderde werken die de compagnie tegen verlaagde prijzen probeerde af te zetten. De belangrijkste was de Amsterdamse Compagnie van Achten, die vanaf 1750 tot 1770 actief was zowel in het verramsjen als in de voortzetting van overgenomen uitgaven. Speculatie en pogingen om een dreigend faillissement te voorkomen, lagen ten grondslag aan de talrijke boekhandelsveilingen in de jaren veertig van de Haagse Compagnie van Vijven. Daar werden vooral veel geïmporteerde boeken, in het bijzonder nieuwe Franstalige werken, verkocht. Op plaatselijk niveau werden samenwerkingsverbanden gevormd voor gezamenlijke uitgaven en voor de distributie van nouveautés. In enkele steden ontstonden buiten de gilden om boekverkoperscolleges die regelingen troffen aangaande de dagelijkse gang van zaken in hun stad en onder meer prijsafspraken maakten. In de internationale boekhandel onderhield een aantal boekverkopers nauwe samenwerking met buitenlandse collega's en intermediairs of had filialen in grote steden, zoals Leipzig, Berlijn, Genève, Parijs en Londen. De bekendste boekverkoper met belangrijke buitenlandse connecties was Vanaf 1725 (datum beëindiging is onbekend) was een Haags-Londense compagnie actief in de import en export op grote schaal van buitenlandse boeken. Voor de antiquarische boekhandel werkte in de jaren 1711-1748 een aantal Haagse boekverkopers samen met enkele Hollandse boekverkopers in Londen die daar boeken opkochten die in Den Haag in publieke veilingen werden afgezet. De grootschalige samenwerking met buitenlandse boekverkopers nam geleidelijk af in de tweede helft van de achttiende eeuw om na het uitbreken van de oorlog met Engeland, in 1780, vrijwel volledig te verdwijnen. auteur: H. van Goinga |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|