2.1.2: 1585 - 1725 - Letters (incl. letterontwerp en lettergieten/-gieterijen)


Na de dood van Hendrik van den Keere in 1580, de val van Antwerpen in 1585 en de dood van Plantijn in 1589 verplaatste het zwaartepunt van de handel in drukletters zich snel van de Zuidelijke naar de Noordelijke Nederlanden. Gabriel Guyot verhuisde zijn lettergieterij in 1580 naar Middelburg, en Thomas de Vechter vestigde zich in 1584 in Leiden. Drukkers schaften steeds vaker gegoten letters aan in plaats van matrijzen, zodat een klein aantal onafhankelijke, gespecialiseerde lettergieters in staat was de gehele markt te bevoorraden. Zo zijn Guyot en De Vechter te beschouwen als de eerste moderne lettergieters in het Noorden. In 1609, nadat Geeraert van Wolsschaten, de laatste lettergieter in het Zuiden, aantrekkelijke aanbiedingen had gekregen om naar het Noorden te verhuizen, moesten de Antwerpse drukkers de stedelijke overheid (kennelijk met succes) smeken om hem gunstige voorwaarden te verlenen, teneinde hem te laten blijven.

Tot aan het Twaalfjarig Bestand van 1609-1621 goten de nieuwe lettergieterijen in het Noorden grotendeels dezelfde (Zuid-Nederlandse en Franse) letters als die in Antwerpen en Gent werden gegoten vóór 1585. Maar het Bestand leverde een ideaal economisch klimaat voor nieuwe ondernemers. De belangrijkste nieuwkomer was Nicolaes Briot, een katholiek afkomstig uit Hoei die rond 1600 was verhuisd naar Gouda, waar hij vermoedelijk eerst leerling was bij een zilversmid. Hij vestigde zich daar als lettergieter in of voor 1613, en verhuisde naar Amsterdam rond 1624. Aanvankelijk sneed hij textura's naar Van den Keere, in de jaren twintig van de zeventiende eeuw vervaardigde hij een omvangrijke serie romeinen die het uiterlijk van veel belangrijke boeken uit de Nederlandse Gouden Eeuw, van onder anderen Willem Jansz. Blaeu, bepaalden. De Hebreeuwse letters die hij sneed voor Menasseh ben Israel, de eerste Nederlandse joodse drukker, zetten de toon voor alle latere. Jacques Vallet en daarna de familie Voskens verkochten zijn letters nog ruim een eeuw na zijn dood.

De romeinen van Van den Keere en Briot gingen meestal vergezeld van zestiende-eeuwse cursieven (vaak door Guyot of Granjon). Toen Christoffel van Dijck in de jaren 1647-1669 en Nikolaas Kis in de jaren 1680 nieuwe romeinen sneden op basis van die van Briot (Van Dijck volgde tevens Briots textura's), sneden zij ook bijbehorende cursieven, geïnspireerd op die van Robert Granjon. De beroemde letterproef uit 1592 van de lettergieterij Berner (later Luther) te Frankfurt, waarvan veel Nederlandse drukkers hun letter of matrijzen betrokken, had reeds een hele reeks romeinen met bijbehorende cursieven opgeleverd, maar deze Nederlandse stempelsnijders (en vóór hen Jean Jannon te Sedan) sneden hele series romeinen en cursieven tezamen, hetgeen een grotere uniformiteit in de stijl opleverde. Halverwege de zestiende eeuw had de romein de textura vervangen in Latijnse boeken, en langzamerhand volgden nu wetenschappelijke boeken in het Nederlands. Tegen het einde van de zeventiende eeuw gebruikten zelfs veel populaire genres de romein, hoewel preken en bijbels trouw bleven aan de textura. Vanaf de jaren 1590 speelde Nederland ook internationaal een toonaangevende rol in de ontwikkeling van Arabische en andere niet-Latijnse letters.

Hoewel vele Nederlandse drukkers vanaf 1580 werden bevoorraad door onafhankelijke lettergieters, bezaten enkele van de grootste drukkerijen rond 1660 nog steeds aanzienlijke voorraden matrices. Het verspreid raken van de collectie van Janssonius in 1666 en de aankoop van de lettergieterij van Blaeu door Voskens en Adamsz in 1677 voltooide de overgang naar onafhankelijke lettergieterijen, hoewel enkele kleinere verzamelingen tot in de achttiende eeuw in handen bleven van drukkers, zoals de Elzeviers te Leiden en de Wetsteins te Amsterdam. Een lettergieterij die aan diverse drukkers leverde, kon evenwel onder hetzelfde dak gevestigd zijn als een drukkerij, zoals later het geval was bij Enschedé in Haarlem. De familie Voskens, met drie generaties lettersnijders en -gieters, bezat vermoedelijk de grootste verzameling in het land gedurende vijftig jaar na 1677. Een deel van hun drukletters sneden ze zelf; een deel, door diverse buiten- en binnenlandse stempelsnijders gesneden, kochten ze aan. Voskens en Van Dijck verspreidden hun drukletters over de gehele wereld en bepaalden de stijl in Groot-Brittannië, dat naderhand de leidende positie van Nederland zou overnemen.


auteur: John A. Lane
 
 


Letters (incl. letterontwerp en lettergieten/-gieterijen)




Afbeeldingen i.v.m. Dijck Christoffel van


Gotische letters van J.M. Fleischman en van Christoffel van Dijck